-
1 aan iemand een voorbeeld nemen
aan iemand een voorbeeld nemenprendre exemple sur qn. -
2 aan iemand een voorbeeld nemen
aan iemand een voorbeeld nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan iemand een voorbeeld nemen
-
3 voorbeeld
♦voorbeelden:een lichtend voorbeeld • a shining examplehet voorbeeld geven voor anderen • set an example to othersaan iemand een voorbeeld nemen • use someone as a modeleen voorbeeld stellen • make an example of someoneiemands voorbeeld volgen • follow someone's lead/exampleschrijven/tekenen naar een voorbeeld • write/draw according to a modelnaar het voorbeeld van • after the example often voorbeeld gesteld worden • be held up as an exampletot voorbeeld dienen • serve as an example/a model for -
4 voorbeeld
♦voorbeelden:laat ik u een voorbeeld geven • prenons un exempleaan iemand een voorbeeld nemen • prendre exemple sur qn.een voorbeeld stellen • faire un exempleiemands voorbeeld volgen • suivre l'exemple de qn.tekenen naar een voorbeeld • dessiner d'après un modèlenaar het voorbeeld van … • à l'image de …ten voorbeeld gesteld worden • être cité en exempledat is zonder voorbeeld • cela est sans précédent〈 spreekwoord〉 goed voorbeeld doet goed volgen • qui prêche d'exemple, prêche au coeur -
5 cue
n. teken; wenk, aanduiding; voorbeeld; biljartstok--------v. aangeven, aantekenen; toespelencue1[ kjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aansporing ⇒ wenk, hint3 richtsnoer ⇒ voorbeeld, leidraad♦voorbeelden:————————cue2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 régler
régler [reeglee]1 betalen ⇒ regelen, vereffenen2 regelen ⇒ vaststellen, bepalen3 regelen ⇒ bij-, af-, instellen6 liniëren♦voorbeelden:régler un tir • inschietenv1) betalen, vereffenen2) regelen3) instellen4) beslechten6) liniëren -
7 take one's cue from
-
8 modeler
modeler [modlee]1 boetseren ⇒ vormen, modelleren♦voorbeelden:1 zich richten (naar) ⇒ een voorbeeld nemen (aan), volgenvmodelleren, vormen -
9 spiegelen
1 [reflecteren] réfléchir2 [lichtstralen in een richting werpen] faire réfléchir3 [m.b.t. kledingstukken] être lustré♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich spiegelen〉1 [zich bekijken, teruggekaatst worden] se refléter2 [+ aan][een voorbeeld nemen] s'inspirer (de)♦voorbeelden:2 〈 spreekwoord〉 wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht • bien se châtie qui par autrui se châtie -
10 spiegelen
♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich spiegelen〉1 [een voorbeeld nemen] take example from♦voorbeelden: -
11 exemple
exemple [egzãpl]〈m.〉1 voorbeeld ⇒ model, toonbeeld♦voorbeelden:à l'exemple de • in navolging vanprêcher d' exemple, par l'exemple • zelf het voorbeeld gevencas sans exemple • ongehoord gevalpunir qn. pour l'exemple • iemand straffen om een voorbeeld te stellen¶ par exemple! • heb je ooit!par exemple • daarentegenm -
12 richten
1 [in een rechte lijn brengen] line up, align♦voorbeelden:gericht op • aimed/directed at, oriented towardszijn gedachten op iets richten • turn one's mind to somethingop de klant gerichte informatie • customer-oriented informationzijn ogen op iets richten • focus one's eyes on somethingde camera op iemand richten • train the camera on someonehet plan was gericht op een spoedig herstel • the plan aimed at a quick recoveryeen motie gericht tegen het regeringsvoorstel • a vote aimed against the government proposalzijn ogen ten hemel richten • turn one's eyes to heaveneen vraag richten tot de voorzitter • direct a question to the chairmanhet woord tot iemand richten • address someone1 [in bepaalde richting brengen] align2 [met betrekking tot vuurwapens] aim (at)♦voorbeelden:naar het oosten gericht • facing eastIII 〈wederkerend werkwoord; zich richten〉1 [+ tot] [zich wenden tot] address (oneself to)2 [+ naar] [als voorbeeld nemen] conform to3 [+ op] [zich concentreren op] concentrate on♦voorbeelden:2 zich richten naar de mode • follow/be guided by fashionzich richten naar de omstandigheden • be guided by circumstances -
13 ton
ton1 [tõ]〈m.〉3 tint ⇒ toon, kleur(schakering), hoofdkleur4 toon ⇒ stijl, manier (van optreden), (spreek)trant♦voorbeelden:ton frappé • accentsur tous les tons • in alle toonaarden, op alle mogelijke manierenton de voix familier • gewone toon, bekende stemfaire baisser le ton à qn. • iemand een toontje lager laten zingen(faire) chanter sur un autre ton • uit een ander vaatje (laten) tappenélever, hausser le ton • zijn, haar stem verheffenne le prenez pas sur ce ton • sla niet zo'n (hoge) toon aan, neem het niet zo hoog opton majeur, mineur • grote, kleine hele toonton principal d'un morceau • grondtoon van een muziekstukse mettre dans le ton • stemmensortir du ton • detoneren, uit de toon rakentons rompus • gebroken kleuren, kleuren met diverse schakeringenêtre dans le ton • harmoniëren, bij elkaar passencette couleur n'est pas dans le ton • deze kleur vloektton sur ton • kleur op kleurle bon ton • de goede toon, goede manierenavoir le ton, être dans le ton • ‘in’ zijn, bij de tijd zijnchanger de ton • een andere toon aanslaanne pas être dans le ton • uit de toon vallense mettre au ton de qn. • iemand nadoen, iemand als voorbeeld nemense mettre dans le ton • zich aanpassen, mee gaan doende bon ton • zoals het hoort, smaakvol————————ton2 [tõ],1 jouw ⇒ van jou, je→ pommeI m1) toon, klank2) toonsoort, toonhoogte [muziek]3) tint, kleur4) stijl, manier (van optreden)II = ta; = tes; adjjouw, je, van jou -
14 richten
1 [in een rechte lijn brengen] aligner2 [in een richting laten gaan] diriger3 [sturen] adresser♦voorbeelden:2 iemands gangen richten • diriger qn.gericht zijn op iets • viser à qc.een brief, aan mij gericht • une lettre qui m'est adressée1 [in bepaalde richting brengen] placer2 [m.b.t. vuurwapens] viser♦voorbeelden:(iets) horizontaal richten • mettre (qc.) à l'horizontale2 een geweer op iemand richten • braquer un fusil sur qn.scherp richten • viser bienop iemand, iets richten • viser qn., qc.III 〈wederkerend werkwoord; zich richten〉1 [zich wenden tot] s'adresser (à qn.)3 [zich concentreren op] se concentrer (sur)♦voorbeelden: -
15 graine
graine [gren]〈v.〉♦voorbeelden:c'est de la graine de voyou • die groeit op voor galg en radgraines oléagineuses • oliehoudende zadenf -
16 en prendre de la graine
en prendre de la graine -
17 prendre exemple sur qn.
prendre exemple sur qn. -
18 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
19 lead
adj. belangrijkste; eerste; de leider; de leiding; opening (van een artikel)--------adj. loden--------n. leiding; bescherming; verschil tussen-; leidend; voorbeeld; richting (van een verhoor); toespeling; de eerste plaats; leidinggevende positie; leiding; bescherming; leidend; toelichting, voorlichting--------n. lood; grafiet; kogels (voor vuurwapen); gewicht; printplaat--------v. leiden, ertoe brengen; vooropgaan; voorgaan; aanvoeren; leiden (leven)--------v. met lood bedekken, verloden; in lood zettenlead1[ led] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lood♦voorbeelden:————————lead2[ lie:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanknopingspunt ⇒ aanwijzing, suggestie8 〈 elektriciteit〉voedingsdraad/leiding/lijn9 〈 voornamelijk Brits-Engels〉(honden)lijn/riem♦voorbeelden:2 give someone a lead • iemand op weg helpen/een hint geven5 whose lead is it? • wie moet er uitkomen?————————lead3♦voorbeelden:1 voorgaan ⇒ de weg wijzen, (bege)leiden2 aan de leiding gaan ⇒ aanvoeren, op kop/voor(op) liggen; 〈 sport〉 voorstaan, een voorsprong hebben op; 〈 figuurlijk〉 de toon aangeven4 leiden ⇒ aanvoeren, het bevel hebben/voeren (over)♦voorbeelden:Liverpool leads with sixty points • Liverpool staat bovenaan met zestig punten¶ lead off (with) • beginnen/openen/van start gaan (met)2 brengen/bewegen tot ⇒ overhalen, aanzetten tot♦voorbeelden:¶ lead (someone) astray • (iemand) op een dwaalspoor/het verkeerde pad brengenlead (someone) on • (iemand) overhalen/verleiden (tot); iemand iets wijsmaken -
20 Stück
〈o.; Stück(e)s, Stücke〉♦voorbeelden:ein Stück Weg(es) • een eindjeein gutes Stück Weg • een heel eind gaans〈 informeel〉 ein starkes Stück! • sterk!, een sterk staaltje!zwei Stück • twee stuks〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 von jemandem ein Stück abschneiden können • iemand als voorbeeld kunnen nemenam, im Stück kaufen • aan, van het stuk kopenpro Stück • per stukaus freien Stücken • uit eigen beweging
Страницы
- 1
- 2